De late barok zag ook de ontwikkeling van nieuwe muziekgenres, zoals opera en oratorium, en de opkomst van instrumentale muziek. Enkele van de beroemdste barokcomponisten zijn Johann Sebastian Bach, George Frideric Händel en Antonio Vivaldi.
Hier zijn enkele kenmerken van de late barok:
Uitgebreide versieringen :De late barok stond bekend om zijn gebruik van uitgebreide versieringen, zoals trillers, bochten en beitsen. Deze versiering werd vaak gebruikt om melodieën te versieren en een gevoel van beweging te creëren.
Overdreven bewegingen :De muziek van de late barok werd vaak gekenmerkt door overdreven bewegingen en gebaren. Dit was duidelijk zichtbaar in zowel vocale als instrumentale muziek, en het werd gebruikt om een gevoel van drama en opwinding te creëren.
Dramatische contrasten :De muziek van de late barok werd vaak gekenmerkt door dramatische contrasten, zoals luide en zachte dynamiek, snelle en langzame tempo's, en hoge en lage tonen. Deze contrasten werden gebruikt om een gevoel van spanning en bevrijding te creëren.
Nieuwe muziekgenres :De late barok zag de ontwikkeling van nieuwe muziekgenres, zoals opera en oratorium. Deze genres werden gekenmerkt door het gebruik van dramatische muziek om een verhaal te vertellen. Opera en oratorium werden al snel populaire vormen van amusement en hielpen de barokmuziek onder een breder publiek te verspreiden.
Opkomst van instrumentale muziek :De late barok zag ook de opkomst van instrumentale muziek. Instrumentale muziek werd vaak gecomponeerd voor solo-instrumenten, zoals de viool of het klavecimbel, en werd vaak gebruikt om de virtuositeit van de uitvoerder te laten zien.