Zowel het klassieke tijdperk als het moderne tijdperk worden gekenmerkt door een opkomst van wetenschap en rede. In het klassieke tijdperk werd dit geïllustreerd door de werken van Griekse filosofen als Socrates, Plato en Aristoteles. In de moderne tijd wordt dit geïllustreerd door de wetenschappelijke revolutie, die begon in de 16e eeuw.
2. Uitbreiding van handel en commercie
Het klassieke tijdperk was een tijd van grote handel en commercie, zoals blijkt uit de opkomst van steden als Athene, Rome en Alexandrië. De moderne tijd is ook een tijd van grote handel en commercie, zoals blijkt uit de opkomst van de mondialisering.
3. Culturele uitwisseling
Het klassieke tijdperk was een tijd van grote culturele uitwisseling, zoals blijkt uit de verspreiding van de Griekse en Romeinse cultuur over de hele mediterrane wereld. De moderne tijd is ook een tijd van grote culturele uitwisseling, zoals blijkt uit de verspreiding van de westerse cultuur over de hele wereld.
4. Opkomst van de democratie
Het klassieke tijdperk zag de opkomst van de democratie in het oude Griekenland. De moderne tijd heeft ook de opkomst van de democratie in veel landen over de hele wereld gezien.
5. Uitdagingen voor traditionele waarden
Zowel het klassieke als het moderne tijdperk werden gekenmerkt door uitdagingen voor traditionele waarden. In het klassieke tijdperk werd dit geïllustreerd door de opkomst van scepticisme en cynisme. In de moderne tijd wordt dit geïllustreerd door de opkomst van secularisme en relativisme.
Natuurlijk zijn er ook veel verschillen tussen het klassieke tijdperk en het moderne tijdperk. Maar de overeenkomsten tussen de twee tijdperken zijn aanzienlijk en suggereren dat er mogelijk enkele fundamentele patronen in de menselijke geschiedenis bestaan.