Het trotseren van Zeus: Prometheus trotseerde het bevel van Zeus, de koning van de goden, die mensen had verboden vuur te bezitten. Door het vuur van de berg Olympus te stelen en het naar de mensheid te brengen, pleegde Prometheus een daad van ongehoorzaamheid en daagde hij de autoriteit van Zeus uit.
Verstoring van de goddelijke orde: De diefstal van vuur verstoorde het evenwicht tussen goden en mensen. Vuur werd beschouwd als een goddelijk geschenk, gereserveerd voor de goden op Olympus. Door mensen van vuur te voorzien, vervaagde Prometheus de grenzen tussen stervelingen en onsterfelijken, waardoor de door Zeus tot stand gebrachte kosmische harmonie werd verstoord.
De woedende reactie van Zeus: Zeus was woedend over de daden van Prometheus. Om hem te straffen en verdere verstoringen af te schrikken, ketende Zeus Prometheus vast aan een rots in het Kaukasusgebergte, waar hij werd onderworpen aan eeuwige kwelling; overdag werd zijn lever door een adelaar gepikt, om hem vervolgens 's nachts te laten regenereren, wat voor voortdurend lijden zorgde.
Gevolgen voor de mens: Ook mensen kregen te maken met repercussies vanwege de gave van vuur. Zeus heeft de mensheid verschillende kwaden toegebracht als straf voor het aanvaarden van vuur van Prometheus. Dit komt soms tot uiting in de vorm van de Doos van Pandora, die ellende en tegenslagen op mensen losliet.
De mythe dient als waarschuwing tegen pogingen om de goden te slim af te zijn of te misleiden en onderstreept de noodzaak om de grenzen te respecteren die door het goddelijke gezag zijn gesteld. De prijs van hoogmoed kan, zelfs met rechtvaardige bedoelingen, uiteindelijk tot verwoestende gevolgen leiden.