Een lofzang is een lof- of triomflied, meestal gericht aan een god of goden. In de oude Griekse en Romeinse religie werden vaak lofzangen gezongen voor Apollo, de god van muziek, poëzie en genezing. Paeans konden ook voor andere goden worden gezongen, zoals Zeus, Athene of Dionysus.
Paeans worden doorgaans gekenmerkt door hun vrolijke en opbeurende toon. Ze worden vaak gezongen in processies of tijdens religieuze ceremonies. Paeans kunnen ook worden gebruikt om dankbaarheid uit te drukken of om goddelijke gunst te vragen.
Een van de beroemdste lofzangen is de Homerische Hymne aan Apollo, die begint met de volgende regels:
> "Ik begin te zingen over de verschietende Apollo, / de heer van de zilveren boog, die ons beschermt tegen het kwaad. / Kom naar mij, Phoebus Apollo, / met je gouden lier en je lieve stem, / en vul mijn hart met vreugde."
Paeans worden vandaag de dag nog steeds gezongen in een verscheidenheid aan religieuze en culturele contexten. Ze herinneren aan de kracht van muziek om te verheffen en te inspireren, en aan het belang van het uiten van dankbaarheid aan degenen die ons beschermen en leiden.