* Vergelijking: "Mijn overvloed is zo grenzeloos als de zee, mijn liefde zo diep; hoe meer ik aan jou geef, hoe meer ik heb, want beide zijn oneindig. (II.ii.136-138)
* Personificatie: "Als hij over de luie wolken zweeft / en langs de boezem van de lucht vaart." (III.ii.59-60)
* Hyperbool: "O, zweer niet bij de maan, de veranderlijke maan, (II.ii.109)
* Oxymoron: "O strijdende liefde, O liefdevolle haat, O wat dan ook, van niets eerst scheppen!
O zware lichtheid, serieuze ijdelheid ..." (I.i.175-176)