Beeldtaal is het gebruik van woorden op een manier die afwijkt van hun letterlijke betekenis. Het wordt gebruikt om een zintuiglijke ervaring voor de lezer te creëren en om emoties en ideeën op een levendige en gedenkwaardige manier uit te drukken. Enkele veel voorkomende vormen van figuratief taalgebruik zijn vergelijking, metafoor, personificatie en alliteratie.
2. Beeldmateriaal
Beeldspraak is het gebruik van woorden om een beeld te creëren in de geest van de lezer. Het kan worden gebruikt om alles te beschrijven, van een fysiek object tot een emotie of een idee. Beeldspraak kan worden gecreëerd door het gebruik van figuurlijke taal, of kan eenvoudigweg worden bereikt door beschrijvende taal te gebruiken.
3. Symboliek
Symboliek is het gebruik van objecten, acties of gebeurtenissen om abstracte ideeën weer te geven. Symbolen kunnen van alles zijn, van een fysiek object tot een kleur of een geluid. Symboliek kan worden gebruikt om diepte en complexiteit aan een gedicht toe te voegen, en om de lezer het op meerdere niveaus te laten interpreteren.
4. Geluidsapparaten
Geluidsapparaten zijn technieken die worden gebruikt om muzikale effecten in poëzie te creëren. Enkele veel voorkomende geluidsapparaten zijn rijm, assonantie en consonantie. Geluidsapparaten kunnen worden gebruikt om de nadruk te leggen op bepaalde woorden of zinsdelen, en om een aangename luisterervaring voor de lezer te creëren.