Regel 1: Een enkel woord dat het onderwerp of thema van het gedicht vertegenwoordigt.
Regel 2: Twee bijvoeglijke naamwoorden die het onderwerp beschrijven.
Regel 3: Drie werkwoorden die verband houden met het onderwerp.
Regel 4: Een zinsnede van vier woorden die een gevoel, mening of gedachte over het onderwerp uitdrukt.
Regel 5: Een enkel woord dat het onderwerp herhaalt of weerspiegelt.
Hier zijn enkele voorbeelden van cinquain-gedichten:
Kat
* Sierlijk, strak
*Spint, jaagt, klimt
*Stil schepsel van schoonheid
*Een spinnende metgezel
Kat
Nacht
*Donker, sereen
*Glanst, ademt, fluistert
*Stille mysteries van de schemering
*Een vredig moment van introspectie
Nacht
Liefde
*Lief, sterk
* Zorgt, deelt, moedigt aan
*Een oprechte reis van twee harten
*Onbreekbare verbindingsband
Liefde