"Maar zacht! Welk licht breekt daar door het raam?
Het is het oosten, en Julia is de zon." (Act II, Scene ii)
Deze zin wordt door Romeo uitgesproken als hij Julia voor de eerste keer ziet, en het brengt zijn overweldigende gevoel van liefde en passie voor haar over. De vergelijking van Julia met de zon benadrukt het diepgaande effect dat ze heeft op Romeo en de transformerende kracht van liefde. Dit citaat vindt vandaag weerklank omdat het de intensiteit van jonge liefde weergeeft en de manier waarop het kan voelen alsof de zon opkomt in iemands leven.