1. Verhalende versus thematische focus: Epische poëzie is vooral gericht op het vertellen van een verhaal, meestal een heroïsch verhaal over legendarische personages of gebeurtenissen. Het volgt vaak de reis van de held, die onderweg met verschillende uitdagingen en obstakels wordt geconfronteerd. Normale poëzie daarentegen heeft de neiging zich te concentreren op het verkennen van emoties, ervaringen, persoonlijke reflectie of het uiten van specifieke ideeën en thema's in plaats van een doorlopend verhaal te vertellen.
2. Lengte: Epische poëzie is over het algemeen lang en beslaat vaak enkele duizenden regels. Het vereist een duurzame en uitgebreidere narratieve structuur om het verhaal volledig te kunnen ontwikkelen. Normale poëzie is doorgaans korter en bestaat uit een enkel gedicht of een verzameling kortere, thematisch verwante gedichten.
3. Meter: Epische poëzie volgt traditioneel een specifiek metrum of ritmisch patroon door het hele gedicht. Dactylische hexameter is een veelgebruikte meter die wordt gebruikt in epische poëzie, zoals in Homerus 'Ilias' en Vergilius' Aeneis. Normale poëzie kan daarentegen verschillende metrumpatronen gebruiken of gebruik maken van vrije verzen, die geen regelmatig metrum hebben.
4. Heroïsche kenmerken :Epische poëzie draait om heroïsche karakters, vaak legendarische of mythische figuren die bekend staan om hun uitzonderlijke kracht, moed en deugd. Normale poëzie kan al dan niet helden als onderwerp hebben.
5. Aanroep :Epische poëzie begint vaak met een aanroeping, waarbij de dichter een muze of een godheid oproept voor inspiratie en begeleiding om het verhaal te vertellen. Deze conventie komt minder vaak voor in normale poëzie.
6. Stijl en taal :Epische poëzie maakt vaak gebruik van grandioze en verheven taal, omdat het epische daden, veldslagen en reizen probeert over te brengen. Er kan gebruik worden gemaakt van levendige beelden, overdrijvingen, vergelijkingen en andere literaire middelen om de dramatische impact ervan te vergroten. Normale poëzie kan een breed scala aan stijlen en taalgebruik gebruiken, afhankelijk van het thema en de individuele stijl van de dichter.
7. Publiek en publieke prestaties: Epische poëzie werd in de oudheid vaak mondeling uitgevoerd en was bedoeld om voor een publiek publiek te worden gereciteerd. Het heeft een sterke traditie van verhalen vertellen, waarbij de dichter als verteller optreedt. Normale poëzie kan privé worden gelezen en mag niet bedoeld zijn voor openbare uitvoering.
Voorbeelden:
- Epische poëzie :Homer's "Iliad" en "Odyssey", Virgil's "Aeneis", Dante's "Inferno", Milton's "Paradise Lost" en Firdausi's "Shahnameh."
- Normale poëzie :de sonnetten van Shakespeare, Wordsworths "Lines Composed a Few Miles Above Tintern Abbey", Emily Dickinsons "Hope" is the thing with Feathers -", en hedendaagse vrije versgedichten van moderne dichters als Rupi Kaur, Amanda Gorman en anderen.
Het is belangrijk op te merken dat deze verschillen generalisaties zijn en dat er binnen elk genre variaties en uitzonderingen kunnen zijn.