Een paard,
Zijn hoeven hard tegen de aarde,
Hoeven die hard hameren op het pad dat voor hem ligt.
Hij springt voor de honden zo vlak achter hem uit.
Met elke sprong verder verlaat hij hen,
Elke hoefslag klonk verder weg als verre donder,
Hij liet niets anders achter dan een met hoeven gemarkeerde weg en de herinnering aan zijn nobele hinniken.