1. Figuratief taalgebruik: Prozagedichten gebruiken vaak figuurlijk taalgebruik, waaronder vergelijkingen, metaforen, personificaties en beelden, om levendige zintuiglijke ervaringen te creëren en emoties bij de lezers op te roepen.
2. Muzikaliteit: Prozagedichten kunnen muzikale elementen gebruiken zoals ritme, alliteratie, assonantie en consonantie om een gevoel van melodie en harmonie in de tekst te creëren.
3. Beknopt: Net als traditionele gedichten zijn prozagedichten doorgaans beknopt en gecondenseerd. Ze brengen hun boodschap over en roepen een krachtige emotionele reactie op binnen een beknopte vorm.
4. Fragmentatie: Prozagedichten breken zich vaak los van traditionele zinsstructuren en conventionele interpunctie, wat resulteert in een gefragmenteerd of onsamenhangend verhaal. Deze techniek voegt een ritmische kwaliteit toe en legt de nuances van vluchtige gedachten en emoties vast.
5. Surrealistische elementen: Prozagedichten kunnen surrealistische of fantastische beelden bevatten om een droomachtige, buitenaardse sfeer te creëren. Deze elementen brengen een gevoel van mysterie en het irrationele in het verhaal.
6. Bewustzijnsstroom: Prozagedichten kunnen de stroom van iemands bewustzijn imiteren, waarbij gedachten, herinneringen en emoties worden gepresenteerd zonder een chronologische of lineaire structuur te volgen.
7. Symboliek: Het gebruik van symbolen voegt betekenislagen toe aan een prozagedicht. Symbolische elementen kunnen abstracte ideeën, emoties of diepere thema's binnen het verhaal vertegenwoordigen.
8. Nadruk op emotie: Prozagedichten leggen vaak een sterke nadruk op het overbrengen van intense emoties, zowel positief als negatief. Deze emotionele diepgang kan de lezer op een diepgaand niveau betrekken.
9. Naampositie: Prozagedichten kunnen contrast en spanning creëren door verschillende elementen, beelden of ideeën in de tekst naast elkaar te plaatsen. Deze techniek genereert tot nadenken stemmende nevenschikkingen die de impact van het gedicht versterken.
10. Dubbelzinnigheid en openheid: Prozagedichten laten vaak ruimte voor interpretatie en meerdere betekenissen. Het open karakter van deze gedichten nodigt lezers uit om actief deel te nemen aan het leesproces en hun eigen perspectieven in te brengen.
11. Abstractie: Prozagedichten kunnen abstract zijn wat betreft hun onderwerp of de manier waarop ze ideeën presenteren. Deze abstractie kan een gevoel van universaliteit creëren en ervoor zorgen dat het gedicht op verschillende niveaus resoneert met lezers.
12. Zintuiglijke details: Prozagedichten kunnen zintuiglijke details verweven om een levendige en meeslepende ervaring op te roepen. Deze details kunnen de lezer meenemen naar verschillende fantasierijke landschappen.
Door lyrische kwaliteiten zoals figuratief taalgebruik, muzikaliteit, emotionele intensiteit en abstractie te combineren met de verhalende elementen van een prozatekst, creëren prozagedichten een uniek genre dat poëtische esthetiek combineert met het vertellen van verhalen.