* De dichter hoort het koekoekslied, dat geassocieerd wordt met lente en vernieuwing.
* De dichter wordt onmiddellijk vervuld van vreugde en een gevoel van hoop.
Stanza 2
* De dichter beschrijft het lied van de koekoek als "luid" en "duidelijk".
* De dichter vergelijkt het lied van de koekoek met het geluid van een fluit.
Stanza 3
* De dichter vraagt de koekoek waar hij is geweest en wat hij heeft gedaan.
* De dichter vraagt zich af of de koekoek in het zuiden is geweest, waar het warmer is.
Stanza 4
* De dichter vraagt de koekoek een tijdje te blijven en zijn lied te zingen.
* De dichter zegt dat het lied van de koekoek hen een gelukkig en zorgeloos gevoel geeft.
Stanza 5
* De dichter vergelijkt het lied van de koekoek met het geluid van een waterval.
* De dichter zegt dat het lied van de koekoek als een geschenk van God is.
Stanza 6
* De dichter zegt dat het koekoekslied een herinnering is dat de lente hier is.
* De dichter zegt dat het koekoekslied een symbool is van hoop en een nieuw begin.
Algemeen
* "To the Cuckoo" is een gedicht dat de komst van de lente en de schoonheid van de natuur viert.
* De dichter gebruikt het koekoekslied als symbool van hoop en een nieuw begin.
* Het gedicht is gevuld met vreugde en een gevoel van optimisme.