Regel voor regel uitleg:
"Ga die goede nacht niet zachtzinnig tegemoet":De spreker begint het gedicht met een direct en krachtig bevel, waarbij hij de persoon of levenskracht tot wie hij zich richt, aanspoort zich niet passief aan de dood te onderwerpen. De zinsnede "welterusten" symboliseert de dood, en de spreker verwerpt het idee om deze zonder strijd te accepteren.
"Ouderdom zou aan het einde van de dag moeten branden en razen; / Woede, woede tegen het sterven van het licht":Deze regels benadrukken de overtuiging van de spreker dat ouderdom en het naderen van de dood op felle weerstand moeten stuiten. De gepersonifieerde ‘ouderdom’ wordt afgeschilderd als brandend en enthousiast, en drukt een hartstochtelijke en ongeremde reactie uit op het onvermijdelijke einde van het leven. De herhaling van ‘woede’ en ‘uitsterven van het licht’ versterkt de vastberadenheid van de spreker om te vechten tegen het wegsterven van leven en bewustzijn.
"Wijze mannen weten aan hun einde dat het donker gelijk heeft":deze zin suggereert dat wijze mensen, naarmate ze het einde van hun leven naderen, de dood gaan accepteren als een onvermijdelijk en rechtvaardig onderdeel van het bestaan. De uitdrukking ‘donker is goed’ impliceert dat de dood inherent correct of gepast is.
"Omdat hun woorden geen bliksem hadden voortgebracht":deze zin geeft een reden waarom wijze mannen de dood vreedzaam zouden kunnen aanvaarden:ze hebben hun woorden niet gebruikt om vonken van genialiteit, hartstocht of verandering te creëren. De implicatie is dat degenen die volledig hebben geleefd en zich creatief hebben uitgedrukt, meer reden hebben om zich tegen de dood te verzetten.
"Ga die goede nacht niet zachtzinnig tegemoet":de spreker herhaalt de openingszin en benadrukt de centrale boodschap van het gedicht.
"Goede mannen, de laatste golf voorbij, huilend hoe helder / Hun zwakke daden hadden kunnen dansen in een groene baai":Hier stelt de spreker zich de gedachten voor van "goede mannen", degenen die een moreel en deugdzaam leven hebben geleid, zoals ze worden geconfronteerd dood. Deze mannen betreuren het potentieel dat niet volledig is gerealiseerd, de daden die ze hadden kunnen volbrengen als ze maar meer durf en levendigheid hadden gehad.
"Wilde mannen die de zon tijdens de vlucht vingen en zongen, / En te laat leerden dat ze hem onderweg bedroefden":De spreker gaat verder met de "wilde mannen", degenen die het leven met passie hebben omarmd en roekeloos hebben geleefd. Deze mannen, die het aandurfden de vergankelijke schoonheid van het leven (gesymboliseerd door de ‘zon tijdens de vlucht’) vast te leggen en ervan te genieten, ontdekken te laat de diepte van hun verdriet en spijt wanneer de dood nadert.
"Ga die goede nacht niet zachtzinnig tegemoet":de derde herhaling van de openingszin draagt bij aan het gevoel van urgentie van het gedicht en versterkt het hartstochtelijke pleidooi van de spreker om de dood te weerstaan.
"Ernstige mannen, bijna dood, die zien met verblindend zicht/Blinde ogen kunnen gloeien als meteoren en vrolijk zijn":De spreker wendt zich tot "ernstige mannen", degenen die serieus en somber zijn in hun gedrag. Deze mannen, die op de rand van de dood staan, krijgen plotseling inzicht in het potentieel voor levendige vreugde en passie die ze zouden hebben ervaren als ze niet gehinderd waren door hun eigen remmingen en voorzichtigheid.
"Ga niet zachtaardig die goede nacht tegemoet":De laatste herhaling van de openingszin eindigt het gedicht met een krachtige en vastberaden oproep tot actie, waarbij de lezer wordt aangespoord de aantrekkingskracht van de dood te weerstaan en het leven met al zijn intensiteit te omarmen.
Over het geheel genomen brengt het gedicht 'Ga niet zachtaardig die goede nacht in' een hartstochtelijke afwijzing van de dood over en een oproep om het leven ten volle te leven, met kracht en vastberadenheid. De emotionele en suggestieve taal van de spreker creëert een gevoel van urgentie en een diep verlangen naar de voortzetting van de levenservaringen.