1. Structuur :De eerste drie verzen bestaan uit één enkele, lange en vloeiende zin. Deze zin beslaat meerdere regels, waardoor een gevoel van continuïteit en vloeibaarheid ontstaat. De rest van het gedicht volgt daarentegen een meer traditionele structuur met kortere, individuele zinnen.
2. Herhaling :De eerste drie verzen worden gekenmerkt door de herhaling van de zinsnede "Hoe mooi is de regen!" aan het begin van elk vers. Deze herhaling benadrukt het centrale thema van het gedicht en creëert een ritmisch patroon dat de aandacht van de lezer trekt. De herhaling is niet aanwezig in de overige verzen.
3. Beschrijving :De eerste drie verzen zijn vooral gericht op het beschrijven van de schoonheid en impact van de regen. De dichter portretteert levendig de transformerende effecten van de regen op de natuur, inclusief het vermogen ervan om de aarde te voeden, de dorst te lessen en leven in de omgeving te brengen. Daarentegen verleggen de daaropvolgende verzen de focus naar andere aspecten, zoals de effecten van de regen op de emoties, gedachten en herinneringen van de dichter.
Door de eerste drie verzen te onderscheiden in termen van structuur, herhaling en beschrijving, zet de dichter een duidelijke inleiding neer die de toon en het thema voor de rest van het gedicht zet. Het benadrukt de diepe schoonheid van de regen en zijn kracht om verwondering en contemplatie bij de lezer op te roepen.