Arts >> Kunst en amusement >  >> Boeken >> Poëzie

Hoe ontwikkelen de regels 1-12 in Sonnet 116 van William Shakespeare het ideeëngedicht over ware geliefden en hoe ze hun liefde voor elkaar laten groeien?

Regels 1-12 van Sonnet 116 van William Shakespeare ontwikkelen de ideeën van het gedicht over echte geliefden en hoe ze hun liefde voor elkaar laten groeien door een reeks vergelijkingen tussen liefde en verschillende eeuwige en onveranderlijke dingen. Hier is een analyse van hoe deze lijnen bijdragen aan de ontwikkeling van deze ideeën:

1. Vergelijking met een huwelijksband:

- "Laat mij niet deelnemen aan het huwelijk van ware geesten

Geef belemmeringen toe.”

- Shakespeare begint het sonnet met de verklaring dat ware liefde, vertegenwoordigd door het 'huwelijk van ware geesten', door geen enkel obstakel mag worden gehinderd of belemmerd. Deze vergelijking suggereert dat ware liefde een heilige en duurzame verbintenis is die externe omstandigheden overstijgt.

2. Vergelijking met de standvastigheid van de zee:

- "Liefde is geen liefde

Wat verandert wanneer het verandering vindt,

Of buigt met de remover om te verwijderen."

- Shakespeare benadrukt dat ware liefde constant blijft, zelfs als ze met veranderingen of uitdagingen wordt geconfronteerd. Hij vergelijkt liefde met de standvastigheid van de zee, die standvastig blijft ondanks de eb en vloed van de getijden. Deze vergelijking versterkt het idee van de blijvende aard van liefde.

3. Vergelijking met een hemellichaam:

- "O nee! Het is een altijd vaststaand teken

Dat kijkt naar stormen en wordt nooit geschokt;

Het is de ster voor elke toverstok die blaft,

Wiens waarde onbekend is, ook al wordt zijn lengte ingenomen."

- In deze regels vergelijkt Shakespeare ware liefde met een vast hemellichaam, zoals een ster, dat leiding en stabiliteit biedt in een chaotische wereld. Hij suggereert dat ware liefde dient als een baken van hoop en standvastigheid voor degenen die verdwaald zijn of richting in hun leven zoeken. Deze vergelijking benadrukt het vermogen van liefde om stabiliteit en een gevoel van doelgerichtheid te bieden.

4. Vergelijking met de levensduur van liefde:

- "Liefde is niet de dwaas van de tijd, hoewel roze lippen en wangen

Binnen het kompas van zijn buigende sikkel komt;

Liefde verandert niet met zijn korte uren en weken,

Maar het houdt stand, zelfs tot aan de rand van het onheil."

- Shakespeare betoogt dat ware liefde de grenzen van tijd en sterfelijkheid overstijgt. Hij personifieert de Tijd als een maaier met een sikkel, die de kracht ervan symboliseert om schoonheid en leven te vernietigen. Hij beweert echter dat ware liefde door het verstrijken van de tijd niet wordt beïnvloed en 'zelfs tot aan de rand van het onheil' blijft bestaan. Deze vergelijking benadrukt de blijvende en eeuwige aard van liefde.

Over het geheel genomen stellen de regels 1-12 van Sonnet 116 de kernideeën van het gedicht vast:de kracht, standvastigheid en eeuwige aard van ware liefde. Shakespeares gebruik van vergelijkingen en metaforen met de natuur, hemellichamen en het verstrijken van de tijd versterkt het idee dat ware liefde een krachtige en duurzame kracht is die externe omstandigheden overstijgt en onverzettelijk blijft in het licht van uitdagingen en veranderingen.

Poëzie

Verwante categorieën