1. Durf: Het gedicht begint met de regel:"O, de jonge Lochinvar is uit het Westen gekomen." Dit maakt Lochinvar onmiddellijk tot een man van actie, iemand die bereid is risico's te nemen en zich in het onbekende te wagen.
2. Snelheid: Lochinvar wordt beschreven als rijdend "snel als de wind" en "overstroming en viel", wat zijn snelheid en behendigheid suggereert. Dit gevoel van beweging draagt bij aan zijn avontuurlijke geest en zorgt ervoor dat hij groter lijkt dan het leven.
3. Bepaling: De vastberadenheid van Lochinvar komt duidelijk tot uiting als hij zich niet laat afschrikken door de moeilijkheden waarmee hij wordt geconfronteerd, zelfs als daar 'overstromingen en vallen' onder vallen. Zijn volharding in het nastreven van zijn doel – in dit geval het winnen van zijn liefde – portretteert hem als een wilskrachtig en besluitvaardig persoon.
4. Uiterlijk: Scott geeft een korte beschrijving van de fysieke eigenschappen van Lochinvar, waarbij hij vermeldt dat hij 'dapper en trouw' is, 'met zijn pluim op zijn pet' en 'zijn zwaard aan zijn zijde'. Deze beschrijving suggereert een onstuimige en heroïsche figuur, gemeenschappelijke kenmerken bij romantische helden uit die tijd.
5. Reputatie: De laatste zin van de strofe:'Hij bleef niet staan om te remmen, en hij stopte niet om te steenen, / hij zwom over de rivier de Eske waar er geen doorwaadbare plaats was', creëert een gevoel van legende en folklore rond Lochinvar. Het verwijst naar zijn avonturen en prestaties uit het verleden, wat zijn mystiek nog verder vergroot.
Door deze details te combineren, construeert Scott een aantrekkelijke en romantische figuur aan het begin van het gedicht, die het toneel vormt voor een dramatisch en avontuurlijk verhaal.