Alliteratie: De herhaling van hetzelfde beginmedeklinkergeluid in een dichtregel.
Assonantie: De herhaling van dezelfde klinker in een dichtregel.
Consonantie: De herhaling van hetzelfde medeklinkergeluid in een dichtregel.
Enjambement: De voortzetting van een zin of zinsnede van de ene dichtregel naar de volgende zonder pauze.
Hyperbool: Een overdrijving voor nadruk of effect.
Afbeeldingen: Het gebruik van woorden om een beeld te creëren in de geest van de lezer.
Ironie: Het gebruik van woorden om iets anders uit te drukken dan wat er letterlijk bedoeld wordt.
Metafoor: Een vergelijking van twee ongelijke dingen zonder de woorden "like" of "as" te gebruiken.
Metonymie: De vervanging van het ene woord door een ander woord dat er nauw mee verbonden is.
Onomatopee: Het gebruik van woorden die geluiden imiteren.
Oxymoron: Een combinatie van twee tegenstrijdige termen.
Personificatie: Het geven van menselijke eigenschappen aan een dier, object of idee.
Vergelijking: Een vergelijking van twee verschillende dingen met behulp van de woorden "like" of "as".
Symboliek: Het gebruik van een object of actie om iets anders weer te geven.
Synchronisatie: Het gebruik van een deel van iets om het geheel weer te geven.