Ze beweegt met gratie, een stralende stroom,
Zwart meisje, met een hart van vuur,
Fluisterende dromen, gevuld met verlangen.
Oh, om een zwart meisje te zijn,
In deze wereld zo uitgestrekt en wijds,
Om het ritme in haar ziel te voelen,
En laat haar geest de controle overnemen.
Met haar lach die vrij weerklinkt,
Zoals de golven tegen de zee beuken,
Ze danst met de wind en de regen,
Onbeschaamd haar domein claimen.
Haar kracht geweven in haar vlechten,
Een kroon die nooit vervaagt of waadt,
Ze spreekt met een stem zo helder,
Conventies uitdagen zonder angst.
In haar aanwezigheid vindt duisternis licht,
het verhelderen van alles wat juist is,
Ze omarmt haar wortels zo diep,
Een erfenis creëren die anderen zullen behouden.
Met een huid als het rijkste ebbenhout,
Ze straalt een schoonheid uit die haar bevrijdt,
Bij elke stap een onverteld verhaal,
Een mozaïek van veerkracht, sterk en gedurfd.
Haar lippen schilderen woorden die ontbranden,
Passies ontsteken die zo helder schijnen,
Activist, kunstenaar, geleerde is ze,
Met dromen zo groot als de eindeloze afgrond.
Oh, om een zwart meisje te zijn,
Om te koesteren in de glorie van haar waarde,
Om haar identiteit met trots te dragen,
In een wereld waar haar genialiteit wordt versterkt.
Dus laten we dit zwarte meisje vieren,
Haar essentie zeldzaam, een kostbare parel,
Want in haar vinden we de omhelzing van de hoop,
Een lichtstraal die onze ruimte siert.
Oh, wat een vreugde om een zwart meisje te zijn,
In al haar kracht en gratie ontvouwen,
Met haar veerkracht staat ze rechtop,
Barrières overwinnen, ze allemaal overwinnen.