1. Personificatie:
- "Ik was boos op mijn vriend" - Woede wordt toegeschreven aan "ik", waardoor het een menselijk kenmerk krijgt (personificatie).
2. Metafoor:
- "Ik vertelde mijn woede, mijn woede eindigde." - Toorn wordt gepresenteerd als iets dat verteld kan worden en eindigt als een fysiek object (metafoor).
3. Symboliek:
- "En ik gaf het water met angsten" - Angsten symboliseren emotionele voeding en vertegenwoordigen een emotioneel proces (symboliek).
4. Metafoor/uitgebreide metafoor:
- "En hij groeide dag en nacht, totdat hij een heldere appel droeg;"
- "En mijn vijand zag het schijnen, en hij wist dat het van mij was."
De appelboom en zijn groei symboliseren de groei van woede en wrok jegens de vijand (uitgebreide metafoor).
5. Personificatie:
- "En in mijn tuin stal" - Stelen wordt toegeschreven aan de vijand, wat een opzettelijke en geheime actie impliceert (personificatie).
6. Metafoor:
- "Toen lachte hij hardop..." - Hardop lachen betekent het uiten van vreugde zonder terughoudendheid (metafoor).
7. Hyperbool:
- "Hij groeide zo hoog dat ik de vrucht niet kon bereiken" - Overdrijving van de groei van de boom benadrukt de intensiteit van emotionele onrust (hyperbool).
8. Symboliek/metafoor:
- "En plukte met vreugde zijn vrucht." - Plukken en vreugde symboliseren plezier in het toebrengen van schade aan de spreker (symboliek/metafoor).
9. Metafoor:
- "En ik lag te slapen in de schaduw/van de dodelijke nachtschade" - In slaap liggen onder de dodelijke nachtschade vertegenwoordigt een staat van kwetsbaarheid en potentiële schade (metafoor).
10. Metafoor/symboliek:
- "Ik groeide zowel dag als nacht" - De groei van de spreker weerspiegelt de groei van de boom die de escalatie van negatieve emoties symboliseert (metafoor/symboliek).
11. Personificatie:
- "Totdat de boom zo hoog groeide" - Er wordt hoogte aan de boom toegeschreven, waarbij deze wordt behandeld alsof het een persoon is die in staat is te groeien (personificatie).