In tinten van roze en puur wit,
Een geurige droom neemt zijn vlucht,
Waar bloemenverkopers hun charmes uitoefenen,
Hun gezichten zijn rond, hun armen zijn sterk.
Met behendige handen weven ze boeketten,
Een symfonie van kleuren weergegeven,
Roos en lelies, de genade van zoete jasmijn,
Het creëren van schoonheidstijd kan niet worden gewist.
Terwijl de dag zich ontvouwt in het hart van de stad,
Ze zoeken hun klanten, vanaf het begin,
Tot het einde van de dag staan ze op straat,
Hun lichamen zwaaien, hun stemmen zoet.
Oh, bloemenverkopers, rond en stevig,
Met een brede glimlach verspreiden ze vreugde,
Ze brengen vreugde voort met elke bloem die ze verkopen,
Hun aanwezigheid in de ziel van de stad woont.
Dus laten we ze begroeten met een grijns,
En neem even de tijd om van binnen te voelen,
Hun vriendelijkheid en hun geest vrij,
Want in hun vreugde vinden wij onze vreugde.