1. Kies een onderwerp. Over welk aspect van je identiteit wil je schrijven? Dit kan van alles zijn, van uw ras, geslacht, seksualiteit of religie tot uw hobby's, interesses of waarden.
2. Brainstormen. Zodra je een onderwerp hebt gekozen, begin je te brainstormen over ideeën voor dingen die je erover zou kunnen zeggen. Wat maakt jou uniek? Waar ben je trots op? Met welke uitdagingen bent u geconfronteerd?
3. Schrijf een concept. Begin met het schrijven van je gedicht door je gedachten en ideeën in willekeurige volgorde op te schrijven. Maak je op dit moment geen zorgen over grammatica of interpunctie; zet gewoon je gedachten op papier.
4. Herzien en bewerken. Zodra je een concept van je gedicht hebt, begin je met het herzien en bewerken ervan. Zorg ervoor dat uw grammatica en interpunctie correct zijn en dat uw ideeën duidelijk en beknopt zijn. Je kunt ook figuurlijk taalgebruik toevoegen, zoals metaforen, vergelijkingen en personificaties, om je gedicht interessanter te maken.
5. Deel je gedicht. Als je tevreden bent met je gedicht, deel het dan met anderen. Je kunt het voorlezen aan vrienden en familie, of het online plaatsen. Het delen van je gedicht is een geweldige manier om contact te maken met anderen en je identiteit te verkennen.
Voorbeeld van een identiteitsgedicht:
Ik ben een vrouw ,
Sterk en onafhankelijk.
Ik heb met veel uitdagingen te maken gehad ,
Maar ik heb ze altijd overwonnen.
Ik ben trots op wie ik ben ,
En ik ben niet bang om mezelf te zijn.
Ik ben zwart, ,
Ik ben een vrouw ,
Ik ben een christen.
Ik ben een trotse zwarte vrouw ,
Ik zal niet bang zijn ,
Ik ben een kind van God.
Ik ben trots op mijn huid"",
Ik ben trots op mijn haar"",
Ik ben trots op mijn cultuur ,
Ik ben een zwarte vrouw ,
Ik ben sterk, mooi en intelligent ,
Ik laat niemand mij iets anders vertellen .