* "Hij is als een man midden in een vloed"
* "Hij is als een vogel die uit een hoog nest is gevallen"
Metaforen:
* "Hij is een soldaat"
* "Hij is een man midden in een vloed"
* "Hij is een vogel die uit een hoog nest is gevallen"
Personificatie:
* "De oorlogsvloed"
* "De vogel van zijn ziel"
Alliteratie:
* "Bloedgedimd tij"
* "Snel gevlucht"
* "Van woedende vlammen"
Assonantie:
* "Gedimd tij"
* "Snel gevlucht"
* "Vlammen van woedend"
Consonantie:
* "Hij is een soldaat"
* "Man in het midden"
* "Als een vogel"