De economie
Katoen was koning in het zuiden van de negentiende eeuw. De uitvinding van de katoenjenever in 1793 maakte het mogelijk om snel en gemakkelijk de zaden uit katoen te verwijderen, en dit leidde tot een hausse in de katoenproductie. In 1820 produceerde het Zuiden ruim tweederde van de katoenproductie in de wereld.
De katoenboom had een aantal positieve effecten op de zuidelijke economie. Het creëerde banen, verhoogde de inkomens en leidde tot de ontwikkeling van nieuwe dorpen en steden. Het had echter ook enkele negatieve gevolgen. Het Zuiden werd steeds afhankelijker van één enkele oogst, en dit maakte de regio kwetsbaar voor economische neergang. Bovendien had de katoenindustrie een grote beroepsbevolking nodig, en dit leidde tot de uitbreiding van de slavernij in het Zuiden.
Maatschappij
De katoenboom had ook een diepgaande impact op de zuidelijke samenleving. Het plantagesysteem werd de dominante vorm van landbouwproductie, en het Zuiden ontstond als een hiërarchische samenleving met een klein aantal rijke plantage-eigenaren aan de top en een groot aantal arme slaven aan de onderkant.
De opkomst van het plantagesysteem leidde tot een aantal sociale problemen in het Zuiden. De plantage-eigenaren waren vaak afwezige landheren, waardoor de slaven grotendeels zonder toezicht achterbleven. Dit kon leiden tot misbruik en verwaarlozing, en het maakte het ook moeilijk voor de slaven om een gemeenschapsgevoel te ontwikkelen. Bovendien maakte het plantagesysteem het voor blanke boeren moeilijk om vooruit te komen. Om een succesvolle boer te worden, moesten ze land bezitten, en dit was moeilijk te doen toen de rijke plantage-eigenaren het grootste deel van het land in handen hadden.
Politiek
De opkomst van de katoenindustrie had ook een grote impact op de zuidelijke politiek. De plantage-eigenaren hadden het grootste deel van de politieke macht in het Zuiden en gebruikten deze macht om hun belangen te beschermen. Eén manier waarop ze dit deden was door het instituut slavernij te steunen. Slavernij was essentieel voor het plantagesysteem, en zonder slavernij zouden de plantage-eigenaren veel meer voor arbeid hebben moeten betalen. Ze gebruikten hun politieke invloed om elke poging om de slavernij af te schaffen te blokkeren, en ze gingen zelfs zo ver dat ze zich in 1861 van de Unie afscheidden om de slavernij in stand te houden.
Het Zuiden was begin 19e eeuw een regio in transitie. De katoenboom had een diepgaande impact op de economie, de samenleving en de politiek van de regio. Het was een tijd van grote veranderingen, en de uitdagingen waarmee het Zuiden in die tijd te maken kreeg, blijven de regio vandaag de dag vormgeven.