"Pied Beauty" is een hymne aan de schoonheid en verscheidenheid van de natuurlijke wereld. Het gedicht is geschreven in terza rima, een vorm van poëzie bestaande uit drieregelige strofen met een rijmschema van ABA BCB CDC DED EFE.
De eerste regel van het gedicht, "Glorie zij God voor de gevlekte dingen...", introduceert het thema van het gedicht:dat de wereld vol schoonheid en verscheidenheid is, en dat deze schoonheid een weerspiegeling is van Gods glorie. De spreker van het gedicht somt vervolgens enkele van de vele mooie dingen in de wereld op, waaronder ‘hemels van paarskleurige kleuren als een gestroomde koe’, ‘gestroomde’ of gevlekte koeien, en ‘rozenmollen allemaal in stippen op forel. "
De spreker neemt ook nota van de schoonheid van ‘kastanje-watervallen van verse vuurkool; vleugels van vinken;/ Landschap uitgezet en in stukken geschoten – vouw, braak en ploeg’, waarbij de rode kastanjebladeren die van de bomen vallen, worden vergeleken met ‘verse vuurkool’, en hij beschrijft de lappendeken van velden in een landelijk landschap.
De spreker besluit het gedicht door de glorie van God opnieuw te bevestigen en door God te vragen ons te helpen de schoonheid in de hele schepping te zien.
De taal van het gedicht is rijk en suggestief, en het gebruik van beelden en metaforen door de spreker creëert een levendig beeld van de natuurlijke wereld. De vorm van het gedicht is ook zorgvuldig gestructureerd en het terza rima-rijmschema draagt bij aan het creëren van een gevoel van eenheid en samenhang.
Over het geheel genomen is "Pied Beauty" een krachtige en ontroerende hymne aan de schoonheid en verscheidenheid van de natuurlijke wereld. De boodschap van het gedicht is dat we de tijd moeten nemen om de schoonheid om ons heen te waarderen, en dat deze schoonheid een weerspiegeling is van Gods glorie.