* "Maar zacht! Welk licht breekt daar door het raam?
* Het is het oosten en Julia is de zon."
* Deze vergelijking vergelijkt Julia's schoonheid met de zon.
Metafoor
* "O Romeo, Romeo, waarom ben jij Romeo?"
* Deze metafoor vergelijkt Romeo's naam met een vloek.
Personificatie
* "De sterren zijn er vanavond op uit om ons te vermoorden."
*Deze personificatie geeft de sterren een menselijke kwaliteit.
Alliteratie
* "Twee huishoudens, beide gelijk in waardigheid."
*Deze alliteratie creëert een muzikaal effect en benadrukt de gelijkenis tussen de twee families.
Assonantie
* ‘En de vrede beweert vijandschap te zijn
* Deze assonantie creëert een gevoel van onenigheid en conflict.
Consonantie
* "Maar zacht! Welk licht breekt daar door het raam?"
* Deze consonantie creëert een gevoel van zachtheid en mysterie.