Formulier: Dit verwijst naar de manier waarop een stuk literatuur is gestructureerd. Dit kunnen zaken zijn als de algehele vorm van het werk, het metrum of het rijmschema van poëzie, of de manier waarop een verhaal wordt verteld.
Inhoud: Dit verwijst naar de feitelijke inhoud van een stuk literatuur. Dit kunnen zaken zijn als de plot, personages, setting en thema's.
Stijl: Dit verwijst naar de manier waarop een stuk literatuur is geschreven. Hierbij kan het bijvoorbeeld gaan om het taalgebruik, beeldtaal en symboliek van de auteur.
Toon: Dit verwijst naar de algemene sfeer of het gevoel van een stuk literatuur. Dit kan van alles zijn, van serieus tot humoristisch, van licht tot donker.
Publiek: Dit verwijst naar het beoogde publiek voor een stuk literatuur. Dit kan van alles zijn, van een algemeen publiek tot een specifieke groep mensen, zoals kinderen, volwassenen of wetenschappers.
Culturele context: Dit verwijst naar de historische, sociale en culturele context waarin een stuk literatuur werd geschreven en ontvangen. Dit kan lezers helpen het werk en de betekenis ervan beter te begrijpen.
Dit zijn slechts enkele van de vele aspecten van de literatuur, en er zijn er nog veel meer die besproken kunnen worden. Elk van deze aspecten is op zijn eigen manier belangrijk, en samen dragen ze bij aan de algemene betekenis en betekenis van een literair werk.