1. Tudor-dynastie:
- Shakespeare leefde tijdens het bewind van koningin Elizabeth I en koning James I, die beiden uit de Tudor-dynastie kwamen. Elizabeths regering van 1558 tot 1603 was een periode van relatieve stabiliteit en welvaart.
- Elizabeth was protestant en kreeg te maken met uitdagingen als gevolg van katholieke samenzweringen en conflicten met Spanje, die in 1588 tot de Spaanse Armada leidden.
2. Religieuze Reformatie:
- Engeland maakte in deze periode religieuze hervormingen door. De breuk van Henry VIII met de rooms-katholieke kerk en de oprichting van de Kerk van Engeland leidden tot religieuze conflicten en spanningen tussen protestanten en katholieken.
- Shakespeare moest voorzichtig zijn met het uiten van religieuze standpunten vanwege de gevoeligheid van het onderwerp in die tijd.
3. Politieke intriges:
- De politiek van het hof was complex, met facties en rivaliteit tussen adellijke families die strijden om macht en invloed. De toneelstukken van Shakespeare weerspiegelden vaak deze politieke dynamiek.
4. Dreiging van invasie:
- Engeland werd geconfronteerd met de dreiging van een invasie door het katholieke Spanje en later door de Spaanse Armada. Angst voor invasie en religieuze conflicten droegen bij aan verhoogde patriottische gevoelens.
5. Veranderend politiek landschap:
- Het Elizabethaanse tijdperk zag de opkomst van het parlement en een verschuiving naar een meer constitutionele monarchie, waardoor de absolute macht van de monarch werd beperkt.
6. Koninklijke bescherming:
- Shakespeare en zijn acteergezelschap, de Lord Chamberlain's Men (later bekend als de King's Men), genoten koninklijke bescherming, vooral van koning James I. Dit bood Shakespeare kansen om zijn toneelstukken aan het hof op te voeren en erkenning te verwerven.
7. Censuur:
- De Master of the Revels, die verantwoordelijk was voor het verlenen van licenties voor toneelstukken, oefende censuur uit op theatrale inhoud, vooral met betrekking tot politieke of religieuze zaken. Shakespeare moest door deze beperkingen heen navigeren om mogelijke problemen te voorkomen.
8. Opkomst van de middenklasse:
- De kooplieden en de middenklasse groeiden in rijkdom en bekendheid, beïnvloedden het culturele landschap en werden een belangrijk publiek voor de toneelstukken van Shakespeare.
Over het geheel genomen werd het politieke klimaat tijdens Shakespeares schrijfcarrière gekenmerkt door religieuze spanningen, politieke intriges, veranderende machtsdynamieken en de opkomst van het parlement, die allemaal de thema's en inhoud van zijn toneelstukken beïnvloedden.