1. Patriarchale structuur: De Elizabethaanse samenleving was patriarchaal, wat betekent dat mannen binnen gezinnen het primaire gezag en de macht hadden. Vaders waren het hoofd van het huishouden en hadden aanzienlijke controle over het leven van hun kinderen, inclusief hun opvoeding, opleiding en keuze voor carrière of huwelijk.
2. Gehoorzaamheid en respect: Van kinderen werd verwacht dat ze gehoorzaam waren aan hun ouders en het grootste respect jegens hen toonden. Ongehoorzaamheid, terugpraten of enige vorm van gebrek aan respect werden als ernstige overtredingen beschouwd en konden tot zware straffen leiden.
3. Gebrek aan emotionele intimiteit: Hoewel er zeker gevallen zijn geweest van hechte en liefdevolle relaties tussen ouders en kinderen, was emotionele intimiteit tussen ouders en kinderen over het algemeen niet zo prominent aanwezig als in de moderne tijd. Emoties werden vaak onderdrukt ten gunste van het behoud van het sociale decorum en het naleven van maatschappelijke normen.
4. Gearrangeerde huwelijken: In veel gevallen regelden ouders de huwelijken van hun kinderen zonder veel rekening te houden met de persoonlijke voorkeuren of verlangens van hun kinderen. Huwelijken werden vaak gezien als een manier om familiebanden te versterken of financiële stabiliteit veilig te stellen, in plaats van primair gebaseerd te zijn op liefde of compatibiliteit.
5. Lijfstraf: Lichamelijke discipline was een veel voorkomende vorm van straf voor kinderen die zich misdroegen. Ouders en leraren waren van mening dat lijfstraffen noodzakelijk waren om kinderen discipline en gehoorzaamheid bij te brengen.
6. Beperkte onderwijsmogelijkheden: Hoewel sommige kinderen uit welvarende gezinnen toegang hadden tot onderwijs, hadden veel kinderen, vooral uit lagere sociale klassen, beperkte onderwijskansen. Het onderwijs was vooral gericht op praktische vaardigheden en het voorbereiden van kinderen op hun rol in de samenleving, in plaats van op het bevorderen van intellectuele nieuwsgierigheid of persoonlijke groei.
7. Geslachtsrollen: Geslachtsrollen waren in de tijd van Shakespeare strikt gedefinieerd. Jongens werden opgevoed om sterk en moedig te zijn en verantwoordelijk te zijn voor het onderhoud van hun gezin, terwijl meisjes werd geleerd bescheiden, gehoorzaam en bekwaam in huishoudelijke taken te zijn.
Het is belangrijk op te merken dat deze generalisaties in deze periode mogelijk niet op elk gezin van toepassing zijn, aangezien er zeker variaties en uitzonderingen waren. De algehele sociale structuur en culturele waarden beïnvloedden echter de dynamiek van ouder-kindrelaties in het Elizabethaanse Engeland.