1. Namen van de huishoudens:
De proloog noemt de huishoudens niet expliciet, maar noemt ze 'twee huishoudens, beide gelijk in waardigheid'. De specifieke achternamen worden onthuld als Montague en Capulet in Act 1.
2. Oude wrok:
De proloog stelt vast dat de huishoudens een oude en voortdurende wrok koesteren die van generatie op generatie is doorgegeven. De oorzaak of oorsprong van de vete blijft geheim, wat de blijvende aard ervan benadrukt.
3. Civiel bloedvergieten:
Het benadrukt dat het conflict tussen de huishoudens heeft geleid tot bloedvergieten in de openbare ruimtes van de stad Verona, waardoor onrust onder de bevolking is ontstaan en de vrede en harmonie van de samenleving in gevaar zijn gebracht.
4. Escalerende onrust:
De vete wordt afgeschilderd als escalerend, met ‘nieuw onheil’ dat voortkomt uit de ‘oude ruzie’. Dit suggereert dat de huidige generatie het conflict in stand houdt, waardoor nog meer vijandigheid ontstaat.
5. Ouderlijke verwaarlozing:
De proloog benadrukt het ontbreken van ouderlijke begeleiding en invloed bij het beheersen van de rivaliteit. Het suggereert dat de ouderlijke controle ontbreekt en dat de impulsieve en hartstochtelijke acties van de kinderen de voortdurende vete voeden.
6. Prins Escalus:
De heerser van Verona, prins Escalus, wordt geïntroduceerd als een autoriteitsfiguur die ernaar streeft de orde te handhaven en verder geweld te voorkomen. Hij waarschuwt voor zware straffen – de dood – voor iedereen die betrapt wordt op betrokkenheid bij de vete.
7. Het lot van de gezinnen:
De proloog is een onheilspellende voorbode van het tragische lot van de twee huishoudens en stelt dat "sterren de liefde van hun kinderen verdoemen". Deze voorspelling verwijst naar de centrale verhaallijn van het stuk, waar de noodlottige liefde van de jonge Romeo en Julia de vete overstijgt en uiteindelijk vernietigt.
Over het geheel genomen vormt de proloog van Romeo en Julia het toneel voor het diepgewortelde conflict tussen twee prominente huishoudens in Verona, waarbij het aanhoudende geweld, het gebrek aan ouderlijke controle en de mogelijke gevolgen van de aanhoudende vijandigheid tussen de Montagues en Capulets worden benadrukt.