Met de voeten stampen: Dit is de meest fundamentele stap. Dansers stampen krachtig met hun voeten op de grond in een continu ritme, waardoor een beukend effect ontstaat.
Teen aanraken: Dansers stampen afwisselend met hun voeten en bukken snel om de grond met hun tenen te raken.
Draaien :Dansers kijken om de beurt naar het midden van de cirkel en draaien hun lichaam met de klok mee of tegen de klok in, terwijl ze hun voeten op de grond houden.
Springen :Dansers springen met beide of één voet tegelijk de lucht in en landen met een stomp of een gecontroleerde beweging weer naar beneden.
Kniebuigen :Dansers buigen snel hun knieën terwijl ze hun voeten op de grond houden en gaan dan onmiddellijk rechtop staan, waardoor een veerkrachtige beweging ontstaat.
Handgebaren :Dansers vullen hun voetenwerk aan met een verscheidenheid aan handgebaren, zoals klappen, armextensies en polsbewegingen, waardoor gratie en expressie aan de dans worden toegevoegd.
Circulaire Vorming :Tariktik wordt doorgaans in een cirkel uitgevoerd, waarbij alle deelnemers naar binnen kijken en gezamenlijk bewegen.
Gesynchroniseerde bewegingen :Dansers voeren de passen in harmonie met elkaar uit, behouden hun positie binnen de cirkel en voeren de bewegingen in harmonie uit.
Ritmisch tempo: De dans volgt een stabiel en geleidelijk versnellend ritme, waarbij het tempo gedurende de hele uitvoering toeneemt.
Energie en expressie: Tariktik staat bekend om zijn energieke en expressieve karakter, dat een gevoel van vreugde en feest overbrengt.