1. Improvisatie:Beide muziekstijlen leggen sterk de nadruk op improvisatie als een belangrijk onderdeel van de uitvoering. Muzikanten creëerden vaak spontane solo's en versieringen tijdens liveoptredens, waarmee ze hun creativiteit en muzikaliteit lieten zien.
2. Gesynchroniseerde ritmes:Beide stijlen vertonen gesyncopeerde ritmes die een levendig, energiek gevoel creëren. Deze ritmische patronen omvatten vaak het spelen van accenten op off-beats, wat resulteert in een gevoel van ritmische complexiteit.
3. Koperblazers:Koperblazers, vooral de trompet, klarinet en trombone, spelen een belangrijke rol in beide genres. Deze instrumenten zorgen voor een helder, krachtig geluid dat bijdraagt aan de algehele muzikale textuur.
4. Ensemblespel:Vroege New Orleans-jazz en Swing omvatten beide ensemblespel, waarbij muzikanten samenwerken om een samenhangend geluid te creëren. In beide gevallen zorgt het samenspel tussen melodie, harmonie en ritme voor een dynamische en boeiende muzikale ervaring.
5. Afrikaanse invloeden:Beide stijlen hebben wortels in Afrikaanse muzikale tradities, waarbij ze putten uit Afrikaanse ritmische patronen, call-and-response-structuren en improvisatietechnieken. Deze invloeden zijn terug te horen in de polyritmische structuren en expressieve speelstijlen van zowel jazz als swing.
6. Populaire dansvormen:De vroege New Orleans-jazz en swing waren nauw verbonden met de populaire dansvormen van hun tijd. Terwijl de vroege New Orleans-jazz vaak werd geassocieerd met dansen als de two-step en de cakewalk, werd Swing vooral geassocieerd met de Lindy Hop.
7. Culturele uitwisseling:Beide muziekstijlen ontstonden in een context van culturele uitwisseling en interactie. De vroege New Orleans-jazz ontstond uit een diverse mix van Afrikaanse, Caribische en Europese invloeden, terwijl Swing zich begin 20e eeuw ontwikkelde als een samensmelting van jazz, blues en populaire dansmuziek.
Over het geheel genomen delen de vroege New Orleans-jazz en Swing veel overeenkomsten in termen van hun improvisatiekarakter, gesyncopeerde ritmes, ensemblespel, gebruik van koperblazers, Afrikaanse invloeden en associatie met populaire dansen uit hun respectievelijke tijdperken.