Arts >> Kunst en amusement >  >> Dance >> Salsa Dance

Welke termen worden gebruikt bij stijldansen?

Stijldansen is een vorm van dans waarbij paren mensen in nauw fysiek contact bewegen. Hier volgen enkele termen die worden gebruikt bij stijldansen:

Ballroomdansstijlen:

- Wals

- Tango

- Foxtrot

- Snelle stap

- Weense wals

- Langzame wals

- Cha-cha

- Samba

- Rumba

- Paso Doble

- Mambo

- Lindy-hop

Basisstappen:

- Gesloten positie

- Openstaande positie

- Zij aan zij positie

- Promenadepositie

- Boxpositie

Lichaamsposities:

- Kader

- Leid en volg

- Verbinding

Voetbewegingen:

- Sta op en val

- Hiel en teen

- Zij aan zij

- Vooruit en achteruit

- Scharnier

- Chasse

- Promenade

Handbewegingen:

- Leiding

- Volgen

- Uitstel

- Pauze

Woningen:

- Enkele beurt

- Dubbele draai

- Achteruit draaien

- Halve draai

- Volledige beurt

Cijfers:

- Doos

- Veerkracht

- Garde

- Spiraal

- Lus

Volgorde:

- Een reeks stappen en bewegingen die in een specifieke volgorde worden uitgevoerd.

Tempo:

- De snelheid waarmee de muziek wordt gespeeld en de dans wordt uitgevoerd.

Ritme:

- Het patroon van sterke en zwakke beats in muziek.

Accenten:

- Benadrukte beats in de muziek.

Syncopatie:

- Een noot spelen op een tel die normaal gesproken niet wordt geaccentueerd.

Frasering:

- Het groeperen van noten en bewegingen in betekenisvolle eenheden.

Stroom:

- De vloeiende, continue beweging van de dansers.

Houding:

- De manier waarop de dansers hun lichaam vasthouden.

Saldo:

- Het vermogen om tijdens het dansen het evenwicht te bewaren.

Contactpersoon:

- De hoeveelheid fysiek contact tussen de partners.

Leiden en volgen:

- De partnerschapsdynamiek waarbij de ene partner leidt en de andere volgt.

Salsa Dance

Verwante categorieën