1. Culturele fusie: Andalusië, de zuidelijke regio van Spanje waar de flamenco zijn oorsprong heeft, heeft een rijke geschiedenis van diverse culturele invloeden, waaronder islamitische, joodse, Roma- (Gitano) en Spaanse culturen. Flamencodans is mogelijk ontstaan als resultaat van de samensmelting van deze culturele tradities en hun respectievelijke dansvormen.
2. Uitdrukking van identiteit: Tijdens de 18e en 19e eeuw, toen de flamenco vorm kreeg, ontdekten bepaalde gemarginaliseerde gemeenschappen in Andalusië, zoals de Roma en arme arbeiders, de flamencodans als een vorm van culturele expressie en communicatie. Het stelde hen in staat hun worstelingen, emoties en ervaringen te uiten binnen een repressieve sociale omgeving.
3. Ritualistische oorsprong: Er is gesuggereerd dat sommige elementen van flamenco, zoals handgeklap (palmas) en ritmisch voetenwerk (taconeo), voorouderlijke rituele wortels hebben die dateren van vóór de geschreven geschiedenis. Flamenco kan een ritueel doel hebben gediend tijdens festiviteiten of spirituele ceremonies van oude of inheemse gemeenschappen.
4. Entertainmenttraditie: De vroegste gedocumenteerde verslagen van flamenco vermelden de aanwezigheid ervan in lokale tavernes, cafés en bijeenkomsten voor amusementsdoeleinden. Flamencoartiesten voerden liedjes, gitaarspel en dans uit om het publiek te boeien en aan populariteit te winnen.
5. Verhalen vertellen door beweging: Flamencodansen omvat vaak expressieve gebaren, ingewikkeld voetenwerk en lichaamsbewegingen die verhalen vertellen of bepaalde emoties en ervaringen overbrengen. Het werd een hulpmiddel voor artiesten om zich artistiek en emotioneel uit te drukken door middel van beweging.
Hoewel deze theorieën licht werpen op mogelijke redenen voor het ontstaan van flamencodans, is het belangrijk op te merken dat de werkelijke oorsprong ervan complex is en waarschijnlijk een combinatie is van meerdere factoren en invloeden die in de loop van de tijd in Andalusië zijn samengekomen.