* Bruin: Dit woord wordt gebruikt om twee dingen te vergelijken of om een graad van iets uit te drukken. Bijvoorbeeld:
* Sojabruin alto como tú. (Ik ben net zo groot als jij.)
* La comida estaba tan deliciosa. (Het eten was zo heerlijk.)
* Así: Dit woord wordt gebruikt om in algemene zin naar iets te verwijzen, of om een manier aan te duiden om iets te doen. Bijvoorbeeld:
* Así es la vida. (Dat is het leven.)
* ¿Is het zo? (Hoe doe je dat zo?)