1. Ritme:
- Samba is gebouwd op een duidelijk ritmisch patroon dat bekend staat als 'batucada', met een basdrum met twee beats (surdo) die het 'boom-chick'-patroon speelt.
- De tamborim, een kleine frametrommel, speelt een snel en hoog patroon bovenop de surdo.
- De cuíca, een wrijvingstrommel, voegt een hoog glijdend geluid toe.
2. Tempo:
- Samba wordt doorgaans gespeeld in een snel of gematigd tempo, variërend van 100 tot 140 slagen per minuut.
3. Instrumenten:
- De percussiesectie is essentieel in de samba, met instrumenten als de surdo, tamborim, cuíca, repinique, caixa (snaredrum), agogô (dubbele bel) en reco-reco (schraper).
- Samba kan ook blaasinstrumenten bevatten zoals de saxofoon, klarinet en trompet, maar ook snaarinstrumenten zoals de gitaar, cavaquinho (kleine gitaar) en pandeiro (tamboerijn).
4. Zang:
- Sambaliedjes bevatten vaak call-and-response-zang, waarbij een zanger een regel zingt en een refrein reageert met een andere regel of een refrein.
- De teksten in sambamuziek zijn meestal in het Portugees en behandelen vaak thema's als liefde, vreugde, feest en het dagelijks leven.
5. Improvisatie:
- Sambamuzikanten improviseren regelmatig tijdens hun optredens, vooral tijdens de instrumentale secties. Deze improvisatie voegt een element van spontaniteit en creativiteit toe aan de sambamuziek.
6. Dans:
- Samba is niet alleen een muzikaal genre, maar ook een dansstijl. De sambadans omvat snelle voetbewegingen, heupzwaaien en energieke lichaamsbewegingen die het ritme van de muziek aanvullen.
Deze muzikale kenmerken creëren een levendige, ritmische en vrolijke sfeer die samba tot een populair en geliefd muziekgenre maakt waar wereldwijd van wordt genoten.