Wanneer een besturingssysteem een ​​interrupt ontvangt van de printer en de CPU pauzeert, wat doet het dan?

Wanneer een besturingssysteem een ​​interrupt van de printer ontvangt en de CPU pauzeert, voert het een contextwisseling uit. Een contextwisseling is het proces waarbij de status van het huidige proces wordt opgeslagen (inclusief de inhoud van de registers en de huidige programmateller) en de status wordt geladen van het proces dat als volgende moet worden uitgevoerd. Hierdoor kan het besturingssysteem tussen verschillende processen schakelen en ze allemaal de kans geven om te draaien.

In het geval van een printeronderbreking zal het besturingssysteem de CPU pauzeren en de status van het momenteel lopende proces opslaan, zodat dit later kan worden hervat. Vervolgens wordt de status van het printerstuurprogramma geladen en wordt het uitgevoerd. Het printerstuurprogrammaproces verwerkt vervolgens de onderbreking van de printer en verzendt de af te drukken gegevens. Zodra het afdrukken is voltooid, schakelt het besturingssysteem terug naar het eerder lopende proces en hervat de uitvoering ervan.