Waarom is Macbeth zowel opgewonden als angstig nadat hij de voorspelling van de heks over zijn toekomst heeft gehoord?

Wanneer Macbeth de heksen voor het eerst tegenkomt, is hij in eerste instantie geïntrigeerd door hun profetieën. Hij is vooral opgewonden over de mogelijkheid om koning te worden, en hij begint zich de macht en glorie voor te stellen die hij zou kunnen bereiken. Hij is echter ook bang voor de gevolgen van zijn daden. Hij weet dat hij, om koning te worden, waarschijnlijk koning Duncan zal moeten vermoorden, en hij maakt zich zorgen over de schuld en het wroeging die hij zou kunnen voelen nadat hij een dergelijke misdaad heeft begaan.

Macbeths opwinding en angst zijn beide begrijpelijk. Hij is ambitieus en wil koning worden, maar hij is ook een moreel mens en wil niemand pijn doen. Het conflict tussen deze twee verlangens zorgt voor veel spanning in het stuk, en het is uiteindelijk wat leidt tot de ondergang van Macbeth.

Naast zijn eigen persoonlijke gevoelens wordt Macbeth ook beïnvloed door de woorden van de heksen. De heksen vertellen hem dat hij koning zal worden, maar ze vertellen hem niet hoe hij koning zal worden. Dit laat Macbeth aan zijn lot over, en hij besluit uiteindelijk het heft in eigen handen te nemen. Hij doodt koning Duncan, en daarmee zet hij zichzelf op een pad van vernietiging.

Macbeths verhaal is een waarschuwend verhaal over de gevaren van ambitie en hebzucht. Het laat zien dat zelfs de beste bedoelingen tot verschrikkelijke gevolgen kunnen leiden.