- Pitch: De hoogheid of laagheid van een geluid. Op de piano klinken lage geluiden aan de linkerkant van het toetsenbord en hoge geluiden aan de rechterkant.
- Duur: De tijdsduur dat een geluid duurt.
- Dynamiek: De luidheid of zachtheid van een geluid.
- Timbre: De kwaliteit van een geluid dat het onderscheidt van andere geluiden. Het timbre van een fluit is bijvoorbeeld anders dan het timbre van een viool.
- Textuur: De manier waarop de verschillende delen van een muziekstuk in elkaar passen.
- Formulier: De algemene structuur van een muziekstuk.
- Harmonie: De combinatie van verschillende toonhoogtes die samen worden gespeeld.