Omlijsting:
een stijve metalen structuur die de snaren van de piano ondersteunt.
Strings:
verschillende sets metalen snaren strekten zich uit over het frame van de piano en waren op verschillende toonhoogtes afgestemd.
Klankbord:
een groot stuk hout dat de klank van de snaren versterkt.
Brug:
een houten structuur die de snaren vasthoudt en hun trillingen overbrengt op de zangbodem.
Keybed:
de reeks toetsen die de pianist indrukt om piano te spelen.
Belangrijkste actie:
het mechanisme dat de toetsen verbindt met de hamers en snaren.
Hamers:
kleine hamertjes die op de snaren slaan als de toetsen worden ingedrukt.
Pedalen:
hendels die de pianist met zijn voeten kan indrukken om de toon te veranderen of het geluid te ondersteunen.