1. Kijk naar de bovenkant van de staf.
* De maatsoort wordt meestal in de rechterbovenhoek van de notenbalk geschreven.
*Het is een breuk met twee cijfers.
* Het bovenste getal geeft aan hoeveel tellen er per maat zijn.
* Het onderste getal geeft aan welke soort noot de tel krijgt.
2. Tel de tellen in een maat.
* Als er vier tellen in een maat zitten, is de maatsoort 4/4.
* Als er drie tellen in een maat zitten, is de maatsoort 3/4.
* Als er twee tellen in een maat zitten, is de maatsoort 2/4.
3. Zoek naar de maatlijnen.
* De maatlijnen zijn de verticale lijnen die de notenbalk in maten verdelen.
* De maatsoort vertelt je hoeveel maten er in een maat moeten zitten.
* In 4/4 maat zijn er vier maten in een maat.
* In 3/4 maat zijn er drie maten in een maat.
* In 2/4 maat zijn er twee maten in een maat.
4. Vraag het aan je muziekleraar.
* Je muziekleraar kan je vertellen in welke maatsoort een muziekstuk is geschreven als je nog hulp nodig hebt.