Hier zijn enkele van de uitdagingen waarmee een trombonist te maken krijgt als hij trompet leert spelen:
* Ander mondstuk. Het trombonemondstuk is veel groter en dieper dan het trompetmondstuk. Dit kan het voor een trombonist moeilijk maken om een helder en gericht geluid op de trompet te produceren.
* Verschillende vingerzettingen. De vingerzettingen voor de trombone en trompet zijn heel verschillend. Dit kan het voor een trombonist moeilijk maken om de nieuwe vingerzettingen te leren en deze tijdens het spelen te onthouden.
* Verschillende speeltechnieken. De trombone wordt bespeeld met behulp van een schuif, terwijl de trompet wordt bespeeld met kleppen. Dit verschil in speeltechniek kan het voor een trombonist moeilijk maken om de toonhoogte en toon van de trompet te leren beheersen.
Ondanks deze uitdagingen is het voor een trombonist mogelijk om trompet te leren spelen. Met voldoende oefening en toewijding kan een trombonist de vaardigheden ontwikkelen die nodig zijn om goed trompet te spelen.