1. Banjo: Het bepalende instrument van bluegrass, het leveren van het rij -ritme en vaak met complexe plukpatronen.
2. gitaar: Speelt meestal het ritmesectie naast de banjo, maar kan ook loodlijnen en harmonieën bieden.
3. mandoline: Biedt melodische lijnen en vullen en voegt een andere laag complexiteit toe aan het geluid.
4. Bass: Biedt de low -end en ritmische foundation, meestal gespeeld met een flatpick.
5. viool: Brengt het melodische en improviserende element aan bluegrassmuziek en voegt een traditioneel folkelement toe.
Terwijl andere instrumenten soms in bluegrass worden gebruikt, worden deze vijf beschouwd als de essentiële kern van het genre.