Beneden bij de rivier, beneden bij de rivier,
Waar het water zo helder stroomt,
Ik heb een huis, een landhuis in glorie,
Beneden bij de rivier is mijn Verlosser daar.
(Vers 1)
Ik ben zo moe van deze oude wereld,
En al zijn zorgen en strijd,
Ik verlang naar die vredige kust,
Waar vreugde en eeuwig leven zijn.
(koor)
Beneden bij de rivier, beneden bij de rivier,
Waar het water zo helder stroomt,
Ik heb een huis, een landhuis in glorie,
Beneden bij de rivier is mijn Verlosser daar.
(Vers 2)
De heiligen zijn verzameld rond de troon,
Zing lof voor het Lam,
En ik kan hun stemmen horen roepen,
Kom naar huis, mijn kind, dat ben ik.
(koor)
Beneden bij de rivier, beneden bij de rivier,
Waar het water zo helder stroomt,
Ik heb een huis, een landhuis in glorie,
Beneden bij de rivier is mijn Verlosser daar.
(brug)
Oh, ik ga schreeuwen en ik ga zingen,
Als ik dat gelukkige land bereik,
Ik ga het gezicht van mijn Heiland zien,
En ik zal voor altijd bij Hem zijn.
(koor)
Beneden bij de rivier, beneden bij de rivier,
Waar het water zo helder stroomt,
Ik heb een huis, een landhuis in glorie,
Beneden bij de rivier is mijn Verlosser daar.