In een land van mystieke pracht,
Waar de oude geesten wonen,
Leefde een schepsel van genade,
Een verhaal dat nog verteld moet worden.
(Pre-refrein)
Een vogel zonder vleugels,
Hoog in de lucht zwevend,
Een hart vol dromen,
Maar geen vleugels om te vliegen.
(Koor)
Een ziel vol verlangen,
Voor de vrijheid om rond te dwalen,
Maar zonder vleugels om te vliegen,
Verdwaald in zijn huis.
(Vers 2)
In een wereld van levendige schoonheid,
Waar de kleuren dansen en schitteren,
De vogel keek verlangend naar
Bij de vrijheid van het goddelijke.
(Pre-refrein)
Een vogel zonder vleugels,
Hoog in de lucht zwevend,
Een hart vol dromen,
Maar geen vleugels om te vliegen.
(Koor)
Een ziel vol verlangen,
Voor de vrijheid om rond te dwalen,
Maar zonder vleugels om te vliegen,
Verdwaald in zijn huis.
(Brug)
Maar op een dag gebeurde er een wonder,
Naarmate het verlangen van de vogel groeide,
Een zachte wind van verandering,
Fluisterde iets nieuws.
(Pre-refrein)
Een vogel zonder vleugels,
Hoog in de lucht zwevend,
Een hart vol dromen,
En vleugels om te vliegen.
(Koor)
Nu een ziel gevuld met vrijheid,
Zijn vleugels wijd spreidend,
De vogel zweefde van vreugde,
Door de grenzeloze hemel.
(Outro)
Van een vogel zonder vleugels,
Voor een wezen dat vlucht,
Een symbool van hoop,
In de donkerste nacht.