Vers 1:
In liefdesliederen, een vaak verteld verhaal,
Van harten verstrengeld, voor altijd stoutmoedig.
Ze zingen van passie, ongetemde dromen,
Maar verberg de waarheid, vaak naamloos.
Koor:
Oh, de euforie van de liefde, een bedwelmende wijn,
Onze ogen verblinden voor fouten in de tijd.
Maar wanneer de sluier van illusie oplicht,
De werkelijkheid komt aan, in het daglicht.
Vers 2:
Ze zingen van liefde die geen grenzen kent,
Een eindeloze vlam die niet kan worden verdronken.
Maar het leven is niet alleen maar gelukzaligheid, het is verweven met strijd,
En liefde moet de stormen van het leven doorstaan.
Brug:
We zijn gebrekkige wezens, onvolmaakt van opzet,
Maar in deze nummers zijn we onberispelijk en goddelijk.
Maar de ware schoonheid van liefde ligt in het accepteren van gebreken,
Onvolkomenheden met open armen omarmen.
Koor:
Oh, de euforie van de liefde, een bedwelmende wijn,
Onze ogen verblinden voor fouten in de tijd.
Maar wanneer de sluier van illusie oplicht,
De werkelijkheid komt aan, in het daglicht.
Vers 3:
In culturele verhalen over de omhelzing van de liefde,
We vinden echo's van onrealistische genade.
Want ware liefde gaat niet alleen over de macht van passie,
Het gaat om groei, empathie en eerlijk inzicht.
Koor:
Oh, de euforie van de liefde, een bedwelmende wijn,
Onze ogen verblinden voor fouten in de tijd.
Maar wanneer de sluier van illusie oplicht,
De werkelijkheid komt aan, in het daglicht.
Uit:
Laten we de liederen die we zingen herschrijven,
Van liefde die eerlijk, duurzaam en echt is.
Want de ware essentie van liefde ligt in het omarmen van alles,
De schoonheid en gebreken, groot en klein.