Door het hele nummer heen verwijst Berkeley naar verschillende aspecten van vuur en de symboliek ervan. Hij beschrijft vuur als een ‘kosmisch licht’ en een ‘brandend verlangen’ dat creativiteit, passie en doelgerichtheid kan voeden. Hij erkent ook de vernietigende kracht van vuur en vergelijkt het met een ‘razende brand’ die kan verteren en vernietigen. Hij benadrukt echter het belang van het beheersen van deze macht en het constructief gebruiken ervan in plaats van destructief.
Het refrein van het lied dient als een krachtige bevestiging voor vuurtekens:
"Vuurteken, je bent een brandende vlam,
Ontsteek je passie en laat het claimen,
Jouw rechtmatige plaats in het kosmische spel,
Vuurteken, je bent een brandende ziel,
Laat je licht schijnen, maak je geest heel,
En laat uw stempel achter op de eeuwige boekrol."
Door middel van deze teksten moedigt Berkeley vuurtekens aan om hun vurige aard te omarmen, hun energie te kanaliseren in positieve bezigheden en een blijvende impact op de wereld te maken. Het lied herinnert ons eraan dat vuurtekens de kracht hebben om te creëren en te transformeren, en het is aan hen om deze kracht verstandig en verantwoord te gebruiken.