Volgens het instrumenteel conceptualisme zijn concepten geen vaste entiteiten die een objectieve realiteit accuraat weerspiegelen. In plaats daarvan worden ze gezien als menselijke uitvindingen of constructies die specifieke doeleinden dienen en een manier bieden om ervaringen te organiseren en betekenis te geven. Voorstanders van deze visie beweren dat de betekenis en waarde van concepten ligt in hun vermogen om ons te helpen de wereld om ons heen te begrijpen en te manipuleren, en niet in hun correspondentie met een externe, absolute waarheid.
Instrumenteel conceptualisme verwerpt het idee dat er één ware of correcte manier is om de wereld te begrijpen en omarmt in plaats daarvan meerdere en diverse conceptuele raamwerken. Het suggereert dat verschillende concepten nuttig kunnen zijn in verschillende contexten en voor verschillende doeleinden, en dat het ‘beste’ concept het concept is dat het beste past bij een bepaalde situatie of taak.
In wezen waardeert instrumenteel conceptualisme de praktische implicaties en gevolgen van concepten boven hun metafysische of epistemologische grondslagen. Het richt zich op de pragmatische waarde van ideeën en concepten, waarbij de nadruk wordt gelegd op hun rol bij het oplossen van problemen, besluitvorming en effectief handelen in de echte wereld.