1. Melodie: De opeenvolging van muzieknoten die een herkenbaar deuntje vormen. Melodieën kunnen qua contour (vorm), frasering en intervalstructuur variëren, wat bijdraagt aan de unieke stijl van een stuk.
2. Harmonie: De combinatie van noten die gelijktijdig of achter elkaar worden gespeeld, waardoor akkoorden en harmonische progressies ontstaan. Verschillende muziekstijlen kunnen specifieke harmonische praktijken gebruiken, zoals majeur-mineur tonaliteit, modale harmonie of atonale harmonie.
3. Ritme: De patronen van beats en accenten in muziek, inclusief tempo (snelheid), metrum (regelmatige accentpatronen) en syncopen (verschuivende accenten). Ritmische kenmerken kunnen de stijl en het gevoel van een stuk sterk beïnvloeden.
4. Instrumentatie: De selectie van instrumenten of stemmen die in een muziekstuk worden gebruikt. Verschillende combinaties van instrumenten en de manier waarop ze worden bespeeld dragen bij aan het algehele stilistische geluid.
5. Textuur: De dichtheid en gelaagdheid van muzikale geluiden, waaronder monofonie (enkele melodische lijn), polyfonie (meerdere onafhankelijke melodische lijnen) en homofonie (melodie begeleid door akkoorden). Textuur voegt diepte en complexiteit toe aan de muziekstijl.
6. Vorm en structuur: De algehele organisatie van een muziekstuk in termen van de secties en hoe ze zijn gearrangeerd. Verschillende muziekstijlen hebben hun eigen karakteristieke vormen, zoals de sonate-allegro-vorm in de klassieke muziek of de couplet-refreinvorm in de populaire muziek.
7. Timbre of toonkleur: De onderscheidende kwaliteit van geluid geproduceerd door verschillende instrumenten, stemmen of elektronische middelen. Het timbre speelt een belangrijke rol bij het vormgeven van de algehele stijl en sfeer van een muziekwerk.
8. Culturele en historische context: Muziekstijl wordt ook beïnvloed door de culturele, sociale en historische context waarin deze wordt gecreëerd. Muziek uit verschillende regio's, tijdsperioden en tradities weerspiegelt unieke stilistische kenmerken die zijn beïnvloed door lokale gebruiken en muzikaal erfgoed.
Het begrijpen en analyseren van muziekstijlen is essentieel voor zowel muzikanten, componisten als muziekliefhebbers. Het helpt bij het categoriseren en waarderen van het gevarieerde muziekaanbod, terwijl het ook licht werpt op de creatieve keuzes en invloeden die de kunst van het muziekmaken vormgeven.