1. Grotere orkestomvang:
- Mozarts orkesten:Mozarts orkesten waren doorgaans groter dan die van zijn voorgangers, met gemiddeld 40-50 spelers.
- Haydns orkesten:Haydns orkesten groeiden ook in omvang, vooral in zijn late symfonieën, waar hij een grotere strijkerssectie gebruikte en de houtblazers en koperblazers uitbreidde.
2. Uitgebreide instrumentatie:
- De orkesten van Mozart:Mozart introduceerde verschillende nieuwe instrumenten in het orkest, waaronder de bassethoorn, klarinet, Engelse hoorn en trombones.
- Haydns orkesten:Haydn bleef het palet van het orkest uitbreiden door instrumenten als de piccolo, contrafagot en percussie zoals pauken en basdrum toe te voegen.
3. Veranderingen in stringsecties:
- De snaardominantie bleef bestaan, maar de grootte van de strijkerssectie werd aangepast om een betere balans met andere instrumenten te creëren.
4. Ontwikkelingen op het gebied van houtblazers en koperblazers:
- Mozart:Mozart integreerde meer houtblazers en gebruikte deze op een meer prominente en expressieve manier, vaak met obligate passages. Hij was ook voorstander van de klarinet, die in deze tijd steeds populairder werd.
- Haydn:Haydn onderzocht nieuwe rollen voor houtblazers en koperblazers. Hij gebruikte ze in solistische en concertante passages, waardoor de rijkdom en expressiviteit van zijn orkestwerk werden vergroot.
5. Verhoogd dynamisch bereik:
- Mozart:Mozart breidde het dynamische bereik van het orkest uit en benutte grotere contrasten tussen luide en zachte passages. Zijn gebruik van crescendo's en diminuendo's zorgde voor meer dramatische en emotionele effecten.
- Haydn:Haydns muziek toonde ook een breder scala aan dynamiek, wat diepte en nuance aan zijn composities toevoegde.
6. Verduidelijking van texturen:
- Zowel Mozart als Haydn streefden naar heldere texturen en balans binnen het orkest. Ze overwogen zorgvuldig hoe verschillende instrumenten samen zouden klinken en pasten de orkestratie dienovereenkomstig aan.
Deze veranderingen in het orkest in de tijd van Mozart en Haydn vormden de weg vrij voor de verdere evolutie van het orkest in de daaropvolgende tijdperken, wat leidde tot de uitgebreide en diverse orkesten die we vandaag de dag kennen.