1. De put (erf):
- Dit gebied was het meest betaalbaar en stond open voor het grote publiek, inclusief het gewone volk en de grondbewoners.
- De groundlings stonden of zaten op de grond voor het podium, dicht bij de actie maar blootgesteld aan de elementen.
2. De galerijen:
- De galerijen bestonden uit meerdere niveaus met overdekte zitplaatsen boven de put.
- De lagere galerijen werden bewoond door rijkere burgers, kooplieden en professionals.
- De bovenste galerijen stonden bekend als "de goden" en waren gereserveerd voor de laagste sociale klassen.
3. Het podium:
- Het podium was een open platform dat doorliep tot in de put, waardoor een intieme setting ontstond tussen de acteurs en het publiek.
- Het podium zelf was verdeeld in twee gebieden:het hoofdpodium en het binnenpodium of 'inner house'.
Regeling:
- Het Globe Theatre bood plaats aan maximaal 3.000 toeschouwers, waarbij de capaciteit varieerde afhankelijk van de sociale status en rijkdom van de toeschouwers.
- De hoogste leden van de samenleving, zoals royalty's, edellieden en rijke beschermheren, zaten vaak op de eerste of tweede galerij, het dichtst bij het podium.
- Het publiek uit de middenklasse bezette de bovenste galerijen.
- De laagste leden van de samenleving, inclusief leerlingen en arbeiders, vormden de meerderheid van de grondbewoners.
Over het geheel genomen toonde de verdeling en opstelling van het publiek in het Globe Theatre de sociale hiërarchie en klassenverschillen die heersen in de Elizabethaanse samenleving, met duidelijke scheidingen tussen verschillende sociale groepen.